We schrijven een lauwe grauwe januaridag. De verwachtingen over de speellocatie van tegenstander HSP-Veendam (“De Kern”, Hoogezand, bier voor 2 euro) worden in de nieuwe bolide van Carl door Maarten, nog nakauwend op zijn vegaburger (“eng hoe het op vlees lijkt”) vast hooggespannen: “ik kom er al jaren. De spelers wisselen nog wel eens, maar de rokende kantinejuffers blijven hetzelfde.”
Bij de ingang worden we niet teleurgesteld. “Is het blikje wel leeg?” klinkt een flink geasfalteerde, maar niet onvriendelijke stem. Bewijs wordt met omdraaien geleverd en met een hoofdknik aanvaard. We hebben toegang tot de speelzaal mense!
Eenmaal binnen blijkt dat we te vroeg zijn. Da’s natuurlijk niet wat de tegenstander van ons verwacht, dus we vinden het allemaal maar moeilijk om ons een houding te geven. Gelukkig worden we al gauw op ons gemak gesteld, als we het zoetgevooisde geknauw van een clubgenoot op de gang horen. Luuk, lid van zowel SISSA als onze tegenstander meldt zich als toeschouwer en begint prompt aan de studie van een paar van de 60 memorabele partijen van Fischer.
Als ook de laatsten van HSP aanwezig zijn gaan de klokken aan. In bordvolgorde 1-8 is de opstelling:
Mathijs (wit)
Gert Jan
Kenneth
Sjoerd
Niels
Wouter
Maarten
Carl
Na ongeveer 3 kwartier is de eerste partij beslist. In ons nadeel helaas. Carl mist na overtuigend beginspel een winnende pionzet. Dat is niet het laatste van de missers, want hij laat ook een paardvork toe voor een volle toren. Hij krijgt er nog een stuk voor terug, maar moet ook 2 pionnen inleveren. Bij die achterstand in materiaal gelooft Carl het wel. Veendam krijgt het punt, Carl krijgt een slap handje voor de moeite. 1-0.
Kenneth maakt even later gelijk in een partij die helemaal naar zijn zin verliep. In chronologische volgorde:
– Kenneth speelt zijn vaste openingsrepertoire
– krijgt een structuurvoordeel
– krijgt een 3-zettencombinatie voor kwalwinst
– kan dames afruilen
– mag het winnende eindspel door opgave niet uitschuiven.
Een formule die hem dit seizoen geen windeieren legt. 1-1
Ik speelde een overzichtelijke partij, al deed ik iets in de opening niet helemaal goed (sorry Mathijs). Ik kwam ermee weg naar een gesloten stelling met het loperpaar. Wat geschuif verder liet mijn tegenstander een achtergebleven zwakke pion toe en kon ik een rij openbreken en veroveren. Praktisch in zetdwang en 2 zetten voordat de zwakte verzilverd kon worden bood mijn tegenstander remise aan. Ik vrees dat ik wat onsportief heb gegnuifd en afgewezen (nogmaals sorry Kor!). Ongeveer 10 zetten later stond ik 2 pionnen voor. Ik moest het nog even laten zien, maar toen een eindspel met een kale koning tegen een toren onvermijdelijk werd gaf mijn tegenstander op. 1-2
Mathijs speelt dezelfde opening wel zoals het hoort. Het leidt tot een gesloten stelling waarin Mathijs alle breekzetten en een mooi ruimtevoordeel op de damevleugel in handen heeft. Zijn paard wordt op een mooie plek geparkeerd en gaat samen met toren en dame op de achtergleven pion van zwart drukken. Het een en ander leidt tot positioneel geschuif totdat zijn tegenstander een pion en structuur weggeeft. Als 2 zetten later duidelijk wordt dat Mathijs rock solid staat en nog een pion gaat op snoepen geeft zijn tegenstander sportief op. 1-3
Sjoerd maakt remise. Ik zou wel willen uitleggen hoe dat komt, maar dan ben je anderhalf uur bezig dit te lezen. Ok een poging dan. Vroege pionnenrammerij op de damevleugel geeft een open stelling. Sjoerd plant een paard middenin de stelling van wit, dat niet lekker gepakt kan worden. Als zijn paard uiteindelijk weggejaagd wordt lijken zijn lopers alle ruimte te krijgen. Sjoerd verkiest eerst echter een extra paardzet, waardoor hij er eigenlijk net niet handig gebruik van maakt. Beide spelers maken daarna gebruik van de ruimte op de damevleugel en beiden komen er niet door. Het komt uiteindelijk tot een slachtpartij die slechts een licht stuk, vier pionnen en de koning beiderzijds bespaard blijft. Er is geen zicht meer op een voordeel en ze zullen moe zijn geweest van het houthakken. 1,5-3,5
Wouter speelt een strakke pot, al had hij dat naar eigen zeggen niet door. Zijn tegenstander liet al vroeg een pion pakken door de dame, waarschijnlijk in de veronderstelling dat deze vergiftigd was. Wouter wist wel beter, of niet, maar het kon gewoon. Hij mag vervolgens alles afruilen behalve een toren en een loper met nog steeds een pion voor. Zijn tegenstander biedt ergens tussendoor nog remise aan, dat wordt afgeslagen. “Dat dacht ik al”, krijgt Wouter te horen. Het maakt in de nazit wel wat los bij de rest, maar Wouter blijf er stoïcijns onder, ruilt de lopers ook nog af en loodst een vrijpion naar de overkant. 1,5-4,5
Van de partij van Gert Jan heb ik niet veel meegekregen tot het einde. Een globale blik (ook op de computer analyse) geeft een beeld van wat kansjes voor wit, maar dat die niet worden aangegrepen, waarna hij het spel steeds meer naar zijn hand weet te zetten. Zijn tegenstander kiest er uiteindelijk voor om twee stukken voor een toren aan te bieden en daar heeft Gert Jan wel oren naar. Het leidt tot een eindspel met 2 paarden, een pion meer en een betere structuur, voor de schamele prijs van een toren. De koning is volkomen veilig. De twee paarden kunnen drukken op een vastgezette geïsoleerde witte pion. En na paard e4 heeft de witte koning geen velden meer. Dus offert de zwarte toren zich en is het pat. Truukje van de avond gaat helaas naar de tegenstander. Leuk voor hem, spijtig voor Gert Jan. 2-5
Maarten lijkt niet gerustgesteld in de wetenschap dat we al gewonnen hebben. Kan ik me wat bij voorstellen want zijn tegenstander deed goeie zetten, ook al nam hij het initiatief nooit echt over. Maarten grijpt zijn kans als zijn tegenstander tot drie keer een overtuigend lijkende breekzet niet speelt en komt in een gewonnen eindspel. Vanwege weinig tijd doet hij toch nog een remisezet. De stelling werd echter niet naar remise geconverteerd omdat zijn tegenstander, eveneens in tijdnood, als nog pionwinst toelaat. Ik moet nog zien hoe Maarten de randpion naar promotie wil loodsen met alleen een paard, maar zijn tegenstander hoeft dat niet en geeft op. 2-6.
Als versbakken winnaars gaan met een goed gemoed bijna voltallig naar htje. De analyse van de partij van Sjoerd is buitengewoon diepzinnig. Denk ik. Het duurde in ieder geval langer dan de partij zelf, dus het kan haast niet anders. Misschien bleef het tweede daarom wel weg. Had niet gehoeven want verder was het gezellig, dacht ik toen ik de deur om half 3 achter me dichtdeed. Schaken is mooi.
Verslag door Niels
Leave a Reply